
Zonder socratische vraag, geen socratisch gesprek. Socratische vragen zijn vragen die mensen aan het denken zetten. De meeste vragen die we stellen zijn oplossingsgerichte vragen (Hoe moet ik dit doen?) In een socratisch gesprek stellen we liever fundamentele vragen (Wanneer moet je iets doen? Wat zijn onze normen en waarden?) Fundamentele vragen leiden tot het scherpen van denken aan elkaar en tot (zelf)reflectie.
Het vinden van een goede socratische vraag vereist bijna net zo veel oefenen als het begeleiden van een socratisch gesprek. Wanneer is een vraag wel socratisch en wanneer niet? Wij geven enkele tips.
Een socratische vraag is een fundamentele vraag
Een fundamentele vraag is universeel en niet particulier. Met universeel bedoelen we ‘een vraag waarop iedereen zou kunnen antwoorden’. Een voorbeeld:
Particuliere vraag: Kan ik mijn collega vragen over te werken vanavond?
Universele vraag: Wanneer mag je van een collega vragen over te werken?
Een socratische vraag voorkomt dat het een psychologisch gesprek wordt
Met een psychologisch gesprek bedoelen we ‘een gesprek waarbij de psyche van een persoon onderwerp van gesprek is, of als argument bij het redeneren wordt gebruikt’. Een voorbeeld:
Een vraag die leidt tot een psychologisch gesprek: Waarom heb ik zo’n moeite met deze collega?
Een fundamentele vraag die tot (zelf) reflectie leidt: In hoeverre moet je het gedrag van collega’s accepteren?
Een socratische vraag is eenvoudig geformuleerd
Formuleer de vraag zo kort en eenvoudig mogelijk. Als de vraag lang is, vraag je dan af wat de belangrijkste woorden in de zin zijn en maak daar een kortere vraag mee. Bijvoorbeeld:
Een complexe vraag: Mag je een buurvrouw om een gunst vragen als je weet dat zij veel zorgen om haar kleinkind heeft?
De vraag vereenvoudigd: Wanneer mag je je buren om een gunst vragen?
Een socratische vraag is concretiseerbaar
Noodzakelijk om het socratisch gesprek te kunnen voeren is dat er een concreet voorbeeld uit een eigen ervaring is aan de hand waarvan je die vraag met elkaar kunt bespreken. Anders blijft het gesprek abstract.
Een voorbeeld:
Socratische vraag: Wanneer moet je eerlijk zijn tegen je collega?
We zoeken hierbij een ervaring van een van de gespreksdeelnemers, een concrete situatie, waarin er een twijfel was rondom die eerlijkheid.
Een te algemeen voorbeeld is: Wij zijn in ons bedrijf niet gewend ons uit te spreken naar elkaar.
Een concreet voorbeeld is: Laatst vroeg mijn collega om waardering voor een project dat hij had afgerond. Ik vond dat hij steken had laten vallen. Moet ik dat tegen hem zeggen?
Meer voorbeelden van socratische vragen zijn:
a. Socratische vragen om de dagelijkse praktijk van leven en werken te onderzoeken:
Wanneer is transparantie nodig?
In hoeverre moet je rekening houden met speciale omstandigheden van collega’s?
Wanneer mag je iemand buitensluiten?
Moet je altijd handelen naar wat je zegt?
Kan diversiteit het hoogste principe in een organisatie zijn?
Wanneer is hiërararchie noodzakelijk?
Welke offers mag je van je familie vragen voor je loopbaan?
Wanneer mag je stoppen met helpen?
Wordt integriteit door de regels bepaald?
Moet je ongeschreven regels opvolgen?
Wanneer moet je je aanpassen aan een ander?
Wat gaat voor, familie of vriendschap?
Kun je loyaal zijn aan twee partijen?
In hoeverre mag je concessies doen aan je missie om milieuvriendelijk te opereren?
b. Socratische vragen waarmee je een begrip onderzoekt:
Wat is rechtvaardigheid?
Wat is vrijheid?
Wat is vriendschap?
Wat is eigenaarschap?
…en zo voor elk grip dat je kunt bedenken.
NB Een begrip onderzoeken gaat anders dan een vraag uit het dagelijks leven beantwoorden. Daarover in de toekomst meer…
Tiare en Marlou van Paridon, www.hetsocratischgesprek.nl