Gesprek in de buurt over zorg en welzijn


Gesprek in de buurt over zorg en welzijn

Een gespreksverslag

Met deze socratische dialoog wil de organisator, de Hudsonhof, het denken over zorg en welzijn in Nederland activeren en van nieuwe inzichten voorzien.

De Hudsonhof, een multi-cultureel centrum in Amsterdam, koos nu eens niet voor een ‘debat’ of een ‘discussie’, maar voor een socratisch gesprek. Waarom? Omdat in debat en discussie standpunten worden verdedigd, terwijl in een socratisch gesprek standpunten (en oordelen) worden uitgesteld, om eerst naar elkaar te luisteren, de feiten boven tafel te krijgen en daarna tot nieuwe, gezamenlijke inzichten te komen.

Hieronder treft u een beschrijving van een socratisch gesprek aan van ca. 1 1/2 uur tussen 40 aanwezigen. Overigens is 1 ½ uur met 40 mensen te kort om de vruchten van een socratisch gesprek volledig te kunnen plukken. Wanneer voor een dergelijk gesprek een dagdeel wordt genomen kunnen wezenlijke gespreksmechanismen zoals oordeelsvrijheid, zelfreflectie, fundamentele argumentatie en regressieve abstractie beter hun werk doen. In dit geval konden hoofdzakelijk de principes van ‘luisteren, verplaatsen en spreken aan de hand van een voorbeeld’ toegepast worden. Hieronder is te zien hoe dit reeds een ander gespreksresultaat dan gebruikelijk oplevert, rijker van informatie en perspectieven. En toewerkend naar praktische wijsheid voor wat ons te doen staat.

Voor de volledigheid beschrijf ik hieronder eerst nog even de structuur en de regels waaraan een socratisch gesprek moet voldoen:

De gespreksregels:

  • Stel je oordeel uit
  • Stel vragen aan elkaar
  • Luister goed naar andersmans woorden
  • Wees concreet/ vraag naar de feiten
  • Denk mét elkaar ipv tegen elkaar
  • Denk zelf, verlaat je niet op bestaande kennis of autoriteit

 

 

De stappen van het gesprek:

Eerste stap, de vraag

Een socratisch gesprek begint met een uitgangsvraag die gezamenlijk onderzocht gaat worden. De vraag was

 Wat bepaalt de waarde van zorg en welzijn?

 

 Tweede stap. Concretiseren aan de hand van een voorbeeld

Om elkaars perspectief ten aanzien van zorg en welzijn te leren kennen vragen we de deelnemers voorbeelden te geven van hun eigen ervaringen in zorg en welzijn. Mensen worden gevraagd één ervaring te delen die ze wel eens ‘willen onderzoeken’. Met andere woorden, waarbij ze zich afvragen of het goed ging en misschien ook anders had gekund. Bij voorkeur gaat dit om reflectie op het eigen gedrag (heb ik goed gehandeld?). In dit geval hebben we ook voorbeelden meegenomen waar het reflectie op het gedrag van anderen betrof. Er werden 6 ervaringen genoteerd. De voorbeeldgevers werden ook gevraagd een vraag te noemen die ze zichzelf of anderen bij deze ervaring stelden.

 

Voorbeeld 1

Ahmed was enkele maanden geleden in het ziekenhuis voor een onderzoek. Na het onderzoek werd hem gevraagd te wachten. Toen hij na een uur nog niets had gehoord vroeg hij aan een assistente of hij klaar was? ‘Ja, u kunt naar huis’, zei ze. Toen Ahmed bijna thuis was werd hij gebeld met de vraag waar hij was. Ze hadden hem nodig voor het vervolg van het onderzoek.

Vraag: “Had de assistente beter door kunnen vragen bij haar collega’s zodat Ahmed de juiste informatie kreeg?”

 

Voorbeeld 2

Janine is nerveus en bang om de straat op te gaan. Bij de welzijnsinstelling hadden ze haar verteld dat zij een maatje zou toegewezen krijgen om af en toe met haar boodschappen te gaan doen.

Dat is nu ruim een half jaar geleden en ze heeft er niets meer over gehoord. Ze heeft twee keer gebeld naar de welzijnsinstelling maar kreeg niemand aan de lijn die daar iets over kon zeggen.

Vraag: “Waarom wordt er iets toegezegd dat niet gedaan wordt?”

 

Voorbeeld 3

Anneke is vrijwillig mantelzorger in een psychiatrische inrichting. De patiënt die haar toegewezen was bleek wel psychische hulp te krijgen maar totaal geen verzorging. Ze werd niet gewassen, haar tanden waren al maanden niet gepoetst en haar kleding was vuil.

Vraag: “Hoe kan hier verbetering in komen?”

 

Voorbeeld 4

Jane heeft een buurvrouw op leeftijd die chronisch ziek is, obesitas heeft en 24-uur per dag een zuurstoffles. Haar buurvrouw kreeg een tijd geleden een scootmobiel van de welzijnsinstelling en die staat sindsdien ongebruikt in de gang. Zij kan er zelf niet op rijden.

Vraag: “Hoe komt het dat mensen dingen krijgen die ze niet nodig hebben?”

 

Voorbeeld 5

Myriam heeft een zus die sinds 6 maanden in het ziekenhuis ligt. Ze werd opgenomen met de diagnose kanker maar vroeg om een second opinion. De tweede diagnose was ‘gesloten tuberculose’. Vanwege nog een andere kwaal zijn er 3 behandelend artsen die niet met elkaar communiceren. Myriam en haar zus weten al 6 maanden niet hoe het verder gaat met de behandeling.

Vraag: “Hoe kunnen dit soort vergissingen gemaakt worden? Waarom horen we niets van de artsen?”

 

Voorbeeld 6

Angelique heeft oudere familieleden in Friesland die van thuiszorg afhankelijk zijn. Zonder dat deze mensen er om gevraagd hadden kregen ze op een dag een iPad van de welzijnsinstelling om beter te communiceren met hun omgeving. De mensen vonden het zelf overbodig – ze zijn communicatief heel vaardig – maar wel leuk. Ze hebben hem gehouden.

Vraag: “Waarom krijgen mensen dingen die ze niet nodig hebben?”

 

Derde stap. Verplaatsen in elkaars situatie

Verplaatsen gaat om het inleven in de situatie van een ander. De andere deelnemers worden gevraagd: As jij in de situatie van de voorbeeldgever zat? Wat zou jij dan voelen, wat zou jij denken en wat zou jij doen? De antwoorden op deze vragen worden met elkaar gedeeld zodat iedereen dezelfde situatie van verschillende kanten kan gaan zien.

In dit geval hebben we 40 mensen en 6 voorbeelden. De groep wordt daarom in 6 kleinere groepjes van 6 à 7 mensen verdeeld. Binnen de groepjes wisselt men nu uit wat iedereen in de voorbeeldsituatie zou voelen, denken en doen. De opdracht per groepje is eveneens om gezamenlijk te komen tot een uitspraak over de ‘essentie’ van dit voorbeeld ėn of het een uitspraak oplevert over ‘de waarde van zorg en welzijn’.

Na een kwartier komt iedereen terug in de grote groep. We vragen nu per groepje aan één persoon om te vertellen:

-wat de essentie van het besproken voorbeeld was

-wat dat zegt over de waarde van zorg en welzijn

 

Vierde stap. Argumenteren

Uit de groepjes komen de volgende antwoorden naar voren:

Bij voorbeeld 1

Essentie: Dat mensen verantwoordelijkheid nemen. De assistente heeft mogelijk onvoldoende doorgevraagd bij haar collega’s of Ahmed naar huis kon of niet

Waarde van zorg: wordt bepaald door het verantwoordelijkheidsgevoel van de mensen die er werken.

 

Bij voorbeeld 2

Essentie: Goed communiceren en mensen serieus nemen. Met kwetsbare mensen moet je juist je afspraken nakomen. En als dat niet kan dan communiceer je daarover.

Waarde van zorg: wordt niet altijd bepaald door wat je krijgt maar meer nog doordat je weet dat er aandacht voor je is. Goede communicatie dus.

 

Bij voorbeeld 3

Essentie: Er is alleen probleembenadering en de mens daarachter telt niet mee.

Gebrek aan aandacht voor de mens. Ook door tijdgebrek.

Waarde van zorg: wordt bepaald door aandacht voor de hele mens. Niet alleen voor het medische probleem of het welzijnsprobleem.

 

Bij voorbeeld 4

Essentie: Degenen die de zorg leveren kennen de mensen niet. Er is geen afstemming op wat werkelijk nodig is.

Daarnaast zijn de zorgbehoevenden vaak te inhalig. Ze menen dat ze ‘recht’ hebben op van alles, ook als ze het niet nodig hebben.

 

Waarde van zorg: wordt bepaald doordat de zorgenden de situatie van de zorgbehoevenden goed kennen. Dat kan doordat de zorgbehoevende zelf de regie krijgt over zijn/haar dossier, of dat er één ander persoon is die de regie heeft.

Tevens is er een mentaliteitsverandering van zorgbehoevenden nodig. Als mensen alleen vragen om wat ze werkelijk nodig hebben, is er meer tijd, geld en aandacht voor andere ‘werkelijke behoeftigen’.

 

Voorbeeld 5

Essentie: De artsen communiceren niet onder elkaar en niet met de patiënt. Niemand heeft het overzicht. De patiënt is uit beeld verdwenen.

Waarde van zorg: is geïnformeerd blijven over je behandeling. Begrijpen wat de stappen zijn en waarom ze gemaakt worden. Eén aanspreekpersoon hebben die het geheel overziet.

 

Voorbeeld 6

Dezelfde antwoorden als bij voorbeeld 4.

 

Stap 5. De conclusies

In dit geval was er een extra component in het gesprek: veel van de aanwezigen hadden in het buitenland kennis opgedaan met hoe zorg en welzijn daar geregeld is. De conclusies van het gesprek hierboven werden in de eindfase gecombineerd met de inzichten uit andere landen.

Een groep buurtbewoners en zorgprofessionals was onlangs in Berlijn. Daar is de zorg- en welzijnshulp anders, ook omdat de historie daarvan anders is. Een buurtbewoner vertelt: “In Berlijn, vooral in Oost-Berlijn was nooit iets/veel geregeld van staatswege en nog steeds niet. In principe krijg je niets, tenzij je aantoont dat je het nodig hebt en niet kunt betalen. Daarom komen bewoners alleen met werkelijke zorgbehoeften en letten ze goed op of er in hun omgeving mensen zijn die iets nodig hebben. Dat geldt zowel voor medische zorg als voor welzijn, bijvoorbeeld maaltijden en hulp.” Door tussenkomst van de vanuit het volk opgerichte ‘solidariteits verenigingen’ wordt actief zorg en welzijn aangeboden: buurtbewoners gaan bij elkaar langs de deur om te kijken wie er echt iets nodig heeft. Daarnaast is het zorg- en welzijnsaanbod in Berlijn geïntegreerd en niet in ‘loketten’ verdeeld. Er is eenvoudigweg maar eén loket.

“In België is (lokaal) een oplossing gevonden voor het gebrek aan communicatie tussen behandelend artsen van dezelfde patiënt. In de ziekenhuizen zitten de verschillende specialisten fysiek naast elkaar op één gang en hebben daardoor meer dagelijks contact. Ook worden rapporten van dezelfde patiënt geregeld naast elkaar gelegd.”

“In Engeland is het probleem van versnipperde regie voor kankerpatiënten opgelost door het fenomeen van de MacMillanzuster. Zij/hij wordt toegewezen aan een kankerpatiënt en heeft voor deze persoon het overzicht van alle verschillende behandelingen en dossiers. Ook heeft zij/hij de bevoegdheid om zelf aan de bel te trekken in plaats van af te wachten.”

Door een politicus wordt tot slot toegevoegd dat er duidelijk behoefte is aan een beleid waarbij de mens centraal wordt gesteld in plaats van de systemen.

 

Concluderend:

De waarde van zorg lijkt om 3 punten te scharnieren:

1. De mentaliteit van de zorgbehoevenden en van de burgers.

Contact en betrokkenheid binnen buurten is belangrijk. Etnische groepen zorgen nu wel voor elkaar maar niet voor mensen van andere etnische groepen. Buurtbewoners weten vaak niet van elkaar hoe het gaat.

De houding van ‘recht hebben op zorg’ staat hogere kwaliteit in de weg. Door deze mentaliteit vragen mensen ook om dingen die ze niet altijd echt nodig hebben, is er veel verspilling en minder effectiviteit van zorg en welzijn.

 

2. Aandacht van professionals en artsen voor de mens achter het ‘probleem

Wat zorgverleners zich vaak niet lijken te realiseren is dat menselijke aandacht zeker zo belangrijk is als ‘de oplossing van het probleem’. Het lijkt erop dat de aandacht voor de hulpbehoevende sinds de marktwerking in de zorg (en de toegenomen druk op zorgprofessionals) is verslechterd. Zorg en welzijnshulp wordt daarmee ‘alsof je met je auto voor een beurt naar de garage gaat’.

 

3. Bundelen van informatie, dossiers en regie

Één loket waar je heen kunt voor een zorg of welzijnsaanvraag.

Één persoon die de regie heeft over alle onderdelen van de zorg en welzijn van één zorgbehoevende.

 

Tot slot leverde het gesprek de volgende nieuwe socratische vraag op:

“Wanneer mag menselijkheid geld kosten?”

 

Scroll naar boven